06-28549471 info@doumee.nl

Er kwam vraag van een school: we hebben hier op school een kind met dyslexie en ze is ook nog hoogbegaafd. Ze kan daarom niet goed meedoen met de projecten in de plusklas en we vinden het ook jammer van haar tijd, omdat ze de tijd in de klas goed kan gebruiken voor extra lees -en spellingsonderwijs. Ouders zijn het hier niet mee eens. Wat vind jij dat we moeten doen?

Een mooie vraag en ik ben ook altijd blij als dit soort vragen bij mij binnenkomen. Een school die hulp durft te vragen bij alledaagse vragen, durft te groeien en te leren.

Allereerst een klein stukje kennis, waarbij ik me bewust ben dat ik hier wel een training van een hele middag over kan geven.

Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren.

Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren. Een kind kan bijvoorbeeld met het lezen van halve zinnen of kernwoorden in een tekst, de hele tekst goed begrijpen, waardoor het in de klas niet opvalt dat ze eigenlijk het tempo niet bij kunnen houden.

Aan de andere kant: door de dyslexie is de hoogbegaafdheid soms niet goed te zien. Geschreven werkstukken zijn vaak minder diepgaand, doordat deze kinderen lange zinnen en ingewikkelde woorden vermijden. Ook zullen ze vaak in extra instructiegroepen zitten vanwege het leestempo of de spellingsproblemen.

Ik heb een paar tips:

  • Maak een goede analyse van de sterke en zwakke eigenschappen van de leerling. Of laat deze doen door iemand die hierin is gespecialiseerd.
  • Gebruik de sterke eigenschappen om de zwakke sterker te maken of om deze te compenseren.
  • Laat de zwakkere eigenschappen niet de leidraad worden van de begeleiding.

Uit onderzoek blijkt steeds meer dat het belangrijk is om de hoge intelligentie en alle kenmerken die daarbij horen, gestimuleerd moeten worden, zodat de leerling niet zijn of haar zelfvertrouwen verliest of een lager zelfbeeld krijgt. Hierdoor liggen er meer kansen om te werken aan het lees- en spellingsvermogen. Andersom: alleen werken aan de dyslexie werkt zelfs vaak averechts.

Een stelregel hierbij is: Neem geen tijd van de sterke kant af om te werken aan de zwakke kant.

En in antwoord op de vraag van de school:

Ik zou zeker deze leerling mee laten werken in de plusklas of met andere verrijking in de school. Houdt hierbij wel rekening met de dyslexie van deze leerling. Let evt. wat minder op spelfouten, laat een computer met spellingscontrole gebruiken of gebruik voorleessoftware. De extra instructie in de klas moet daarnaast ook plaatsvinden, maar die kan waarschijnlijk minder intensief dan voor een andere dyslectische leerling. En als het kind het kan, laat het dan zelf meedenken in een plan waarbij zowel ruimte is voor de hoogbegaafde kenmerken als voor de dyslexietraining.